Het wetsvoorstel om tijdelijke huurcontracten af te schaffen is aangenomen door de Tweede Kamer. Met een meerderheid van stemmen heeft de Kamer ingestemd met het voorstel van de ChristenUnie en de PvdA, zij het met enkele wijzigingen. Het streven is om vaste huurcontracten weer de norm te maken, met uitzondering van bepaalde doelgroepen zoals statushouders en internationale studenten. Dit maakt deel uit van een bredere set maatregelen om excessen op de huurmarkt aan te pakken.
Uit een recent opinieonderzoek blijkt dat er een breed draagvlak is onder Nederlanders voor overheidsingrijpen in de huurprijzen. Een overgrote meerderheid van 84% van de respondenten vindt de huidige gemiddelde huurprijs in de vrije sector niet redelijk. Daarnaast vindt 86% dat de overheid moet ingrijpen wanneer de huurprijzen te hoog zijn in verhouding tot de kwaliteit van de woning. Driekwart van de respondenten vindt dat de Rijksoverheid als eerste actie moet ondernemen.
Het initiatiefwetsvoorstel van de PvdA en de ChristenUnie, dat tot doel heeft de rechten van huurders beter te beschermen, heeft steun van een meerderheid in de Tweede Kamer. Het vaste huurcontract wordt weer de norm om huurders meer zekerheid te bieden. Er zullen echter nog steeds uitzonderingen mogelijk zijn, zoals wanneer huiseigenaren hun woning willen verhuren aan familieleden of wanneer ze na een verblijf in het buitenland terugkeren naar hun eigen woning.
Hoewel het wetsvoorstel een belangrijke stap is, moet het nog worden goedgekeurd door de Eerste Kamer voordat het wet wordt. Minister Hugo de Jonge heeft aangegeven dat de scherpste kantjes van het voorstel zijn afgehaald, maar het is nog de vraag of de maatregelen voldoende zijn geregeld. Een evenwicht tussen huurbescherming en een gezonde woningmarkt met voldoende beschikbare huurwoningen blijft van groot belang.
Bron: Vastgoed Actueel